1924 - 01/07/1962

Rwanda bestaat al eeuwenlang uit verschillende bevolkingsgroepen: Tutsi’s (veeboeren), Hutu’s (landbouwers) en Twa’s (vaak aangeduid als ‘pygmeeën’). Ze zijn georganiseerd in clans en worden meestal aangestuurd door een Tutsi, want in die tijd staat vee symbool voor status. In het negentiende-eeuwse Rwanda bepaalt iemands status steeds vaker wie al dan niet tot de Tutsi’s (rijk) of Hutu’s (arm) behoort. Die manier van categoriseren krijgt een staartje wanneer Duitsland de Groote Oorlog verliest en zijn koloniale macht in Rwanda en Burundi moet opgeven. In 1924 komen deze landen onder Belgisch toezicht (Ruanda-Urundi) en het is de Belgische overheid die de etnische statusverschillen vanaf 1934 officieel vastlegt. De Belgen baseren zich op de bestaande rangorde en oude raciale stereotypen (bv. de grootte van de neus). De Tutsi’s krijgen steeds meer aanzien en betere jobs. Dit leidt tot heel wat frustraties bij de Hutu’s.