Kwaliteitsvolle herinneringseducatie wordt gekenmerkt door drie pijlers:

  1. kennis en inzicht;
  2. empathie en betrokkenheid;
  3. reflectie en actie.

Ze zijn essentieel en verdienen evenveel aandacht, ook al kan de volgorde wel een beetje verschillen afhankelijk van de doelgroep of de concrete insteek van jouw les of schoolproject. Op deze pagina kom je meer te weten over de drie pijlers, zowel over de sterktes als de mogelijke valkuilen en tips om deze te vermijden!

 
 
 
 

kennis en inzicht.

Verdiep jezelf eerst in de historische context

Soms hebben mensen het gevoel dat de geschiedenis zich herhaalt. Ze zien in het heden parallellen met het verleden. Vaak wordt daarbij expliciet verwezen naar de jaren dertig en de periode van de Tweede Wereldoorlog. Men heeft het dan bv. over de toenemende druk die democratieën wereldwijd opnieuw ervaren, het groeiende populisme en de opmars van autoritaire leidersfiguren, nieuwe vormen van propaganda en de verspreiding van fake news, de angst voor vluchtelingen, racistisch geïnspireerd geweld en extreme uitlatingen van antisemitisme, een gevaarlijk wij-zij denken, radicalisering en de verglijding naar geweld, … En dat klopt wel, maar ondanks de vele gelijkenissen zijn er natuurlijk ook heel wat belangrijke verschillen tussen toen en nu. Elke tijd is nu eenmaal uniek en wordt bepaald door tal van factoren (politiek, religieus, sociaaleconomisch, cultureel enzovoort). Je begint daarom best met een goede dosis historische kennis en inzicht vooraleer je op zoek gaat naar de mogelijke verbanden tussen verleden en heden.

Analyseer de onderliggende processen en mechanismen

Maar hoewel elke tijd uniek is, zijn er toch verschillende tijdloze en universele processen en mechanismen die onder de oppervlakte werkzaam zijn. Denk maar aan uitsluiting, discriminatie, racisme, antisemitisme, radicalisering, polarisatie, groepsdruk, gehoorzaamheid, propaganda en fake news, … Het zijn zaken die je vaak terug ziet opduiken, maar telkens in een andere vorm, afhankelijk van de specifieke context. Een interessante manier om heden en verleden aan elkaar te linken is door te focussen op de analyse van die processen en mechanismen. Hoe waren aspecten zoals groepsdruk en gehoorzaamheid aan een autoriteit van belang in vormen van collectief geweld zoals de Holocaust en andere genociden? Hoe werd propaganda ingezet bij beeldvorming en het beïnvloeden van de massa? … En hoe werken deze processen en mechanismen vandaag de dag? Herkennen jongeren deze dynamieken in hun eigen omgeving of in de wereld? Laat leerlingen zelf op zoek gaan naar hedendaagse voorbeelden en maak zo een interessante brug tussen verleden en heden.

Vergelijk niet zomaar appelen met peren

Bij het zoeken naar parallellen is het wel van groot belang dat de focus ligt op het vergelijken van de processen en mechanismen en niet over het gelijkstellen van historische figuren en gebeurtenissen. Dat is een veelgemaakte fout en dan hoor je wel eens van die uitspraken zoals ‘Jullie zijn net zoals de nazi’s!’ of ‘Trump is een tweede Hitler!’ Bij zulke vergelijkingen wordt het verleden misbruikt als een moreel kompas om te bepalen wie goed of slecht is. Dit is om verschillende redenen problematisch. Eerst en vooral doet het afbreuk aan de historische eigenheid van zoiets als het nazisme. Dit kan leiden tot een trivialisering van de geschiedenis en de uitholling van het begrip ‘nazi’ (verworden tot een scheldwoord). Daarnaast kan het polariserend werken, want wil jij nog in dialoog gaan met een nazi of wil jij nog luisteren naar iemand die jou er net van heeft beschuldigd een tweede Hitler te zijn?

Nood aan goede lessen geschiedenis

Om foute lessen uit het verleden te vermijden is het van groot belang om jongeren voldoende kennis en inzicht over de geschiedenis bij te brengen. Leren uit het verleden kan niet zonder te leren over het verleden. Het vak geschiedenis is daar natuurlijk enorm geschikt voor, maar beperk je zeker niet tot de geschiedenisles voor herinneringseducatie. Meer nog, om echt duurzaam te zijn kies je best voor een vakoverschrijdende aanpak, zolang historische kennis maar deel uitmaakt van jouw project.

Stimuleer een onderzoekende houding

Om verschillende historische contexten en referentiekaders te doorgronden is het van groot belang dat je de bronnen bestudeert. Wees daarin zo divers mogelijk, dit zowel wat betreft de drager (bv. kranten, magazines, brieven, dagboekfragmenten, films) als in het gehanteerde perspectief (bv. getuigenissen van mannen, vrouwen, kinderen, slachtoffers, daders, redders, omstanders, mensen met een andere etnisch-culturele achtergrond, een andere geaardheid enzovoort). Maar pas op! Bronnen kunnen heel subjectief zijn. Baseer jouw kennis dan ook altijd op historisch onderzoek.

empathie en betrokkenheid.

Persoonlijke verhalen als tegengif voor onverschilligheid

De bekende historicus Ian Kershaw schreef ooit: ‘De weg naar Auschwitz was gebouwd op haat maar geplaveid met onverschilligheid.’ Herinneringseducatie wil daar net een tegengif voor zijn. Het wil de vele slachtoffers uit het verleden terug een gezicht geven en afstappen van de meer afstandelijke analyses met grafieken en statistieken. Persoonlijke getuigenissen zijn daarin een belangrijke sleutel. Je kan hiervoor beroep doen op allerlei bronnen: foto’s, dagboekfragmenten, brieven, namen op monumenten, struikelstenen, mondelinge getuigenissen, … Ook het bezoek aan herinneringsplaatsen kan helpen. Ze maken de geschiedenis concreet en verhogen de betrokkenheid van de leerlingen. Maar hierin schuilt ook een grote valkuil (zie hiernaast).

Maar wees voorzichtig met al te sterke emoties

Bij herinneringseducatie gaat het vaak gaat over geschiedenissen van geweld, oorlog, genocide, … Zulke verhalen laten slechts weinig mensen onberoerd en soms resulteert dat in sterke emoties (bv. verdriet, woede, ongeloof of machteloosheid). Dus hoewel emoties belangrijk zijn om ons meer betrokken te voelen tot het verleden, kunnen ze het leerproces ook danig in het gedrang brengen of zelfs afremmen. Bespreek daarom op voorhand goed de verwachtingen met jouw leerlingen. Zet in op een veilig klasklimaat waar ze hun gevoelens durven uiten, want het is natuurlijk menselijk om af en toe emotioneel te worden. Zorg er wel voor dat emoties geen doel op zich worden, maar dat ze een opstart vormen om te reflecteren over de geschiedenis. Train hen daarom in historische empathie!

Zet in op de ontwikkeling van historische empathie

In tegenstelling tot psychologische of emotionele empathie gaat historische of cognitieve empathie niet over het opwekken van gevoelens van medelijden of over pogingen om jezelf in te leven in de historische personages, maar wel over het doorgronden van de historische referentiekaders op basis van bronnenonderzoek. Wat dreef mensen in hun keuzes? Waarom dachten ze op een bepaalde manier? Hoe beïnvloedde dit hun handelen? Welke informatie hadden mensen tot hun beschikking? Door dit soort vragen te stellen zal je soms merken dat jouw normen en waarden of denkwijzen drastisch zullen verschillen met die van de historische personages, maar dan is het aan jou om je eigen opvattingen even aan de kant te schuiven. Historische empathie vereist een rationele benadering, maar dit hoeft geen affectieve component uit te sluiten (we blijven mensen met gevoelens), zolang hoofd en hart maar in balans blijven.

De leeftijd bepaalt het perspectief

Historische empathie is iets dat je moet oefenen en het vermogen om daaraan te werken groeit met de leeftijd. Jouw aanpak zal dus verschillen naargelang de doelgroep. Kies dus zeker de juiste bril op maat van jouw leerlingen.

  • Kinderen (10-12 jaar): Focus op het verhaal van één individu, bij voorkeur iemand die op het moment van de gebeurtenissen dezelfde leeftijd had als jouw leerlingen. Kies ook voor een slachtofferperspectief.
  • Jonge tieners (12-16 jaar): Vanaf deze leeftijd kan je meerdere perspectieven betrekken, bv. die van verschillende gezinsleden (een vertrouwde sociale setting). Geef aandacht aan hoopvolle verhalen en acties van verzet.
  • Adolescenten en volwassenen (16+): Zij zijn beter in staat tot meer complexe analyses, buiten de grenzen van de familie. Breid het perspectief uit naar vrienden, buurtbewoners, het dorp of de stad, … Confronteer hen tevens met getuigenissen van daders en omstanders om vervolgens na te denken over de morele dilemma’s.

reflectie en actie.

Reflecteer over de blootgelegde processen en mechanismen

Bij reflectie probeer je om het geleerde te overstijgen en aan de slag te gaan met de blootgelegde processen en mechanismen. Op welke manier zie je ze vandaag terug opduiken? In de jaren dertig werden mensen bv. beïnvloed door propagandaberichten via de radio of tijdens de bioscoopjournaals, maar vandaag gebeurt dit door middel van fake news op sociale media en ‘grappige’ memes op internetfora. Wat dat betreft zijn het oude zaken in nieuwe jasjes. En ondanks de grote historische verschillen (zie pijler 1) kan je jezelf natuurlijk afvragen waartoe zulke propaganda destijds geleid heeft en wat vandaag de gevolgen kunnen zijn van die nieuwe media. Dit om maar een voorbeeld te noemen.

Maar de geschiedenis leert ons geen eenduidige lessen

Leren uit het verleden is complex. Het is niet omdat vroeger A en B gebeurden en C het gevolg was, dat dit vandaag ook zo is. Moest dit het geval zijn, dan zouden historici in staat zijn om de toekomst te voorspellen. Zo werkt de geschiedenis jammer genoeg niet. Maar vanuit hun expertise kunnen historici wel een belangrijke rol vervullen. Zij kunnen ons wijzen op de gelijkenissen en verschillen tussen vroeger en nu om mensen kritischer te laten nadenken over wat er op dit moment in de wereld gebeurt. Ze kunnen duiding geven bij het historische belang van bepaalde gebeurtenissen zoals de ondertekening van de UVRM in 1948 of bepaalde concepten zoals dat van de democratische rechtsstaat en haar principes, zeker in tijden waarin grote groepen het nut hiervan steeds meer in twijfel trekken. Ze kunnen ons helpen om de risico’s van bepaalde trends beter te begrijpen zodat we met z’n allen alert blijven en de potentieel gevaarlijke signalen tijdig kunnen herkennen.

Ga aan de slag met morele dilemma’s en omarm de nuance

Lessen over het verleden kunnen ook heel wat vragen oproepen over de vele morele dilemma’s waar mensen in ‘onzekere’ of duistere tijden mee te maken hadden. Bestudeer de bronnen, luister naar de historische personages en je zal ontdekken dat de historische realiteit vaak heel complex was en dat dit vandaag niet anders is. De wereld is niet zwart-wit. Het is geen verhaal van louter goed versus slecht, moreel superieur versus door en door kwaadaardig, onschuldige slachtoffers versus demonische daders, … De realiteit is vaak grijs. Reflecteren over de morele dilemma’s van toen kan ons helpen om de complexiteit te erkennen, de nuance te omarmen en vervolgens kritisch naar de wereld en ons eigen handelen te kijken. Grijp ik bv. in wanneer ik geconfronteerd word met uitsluiting of geweld? Waarom wel of waarom niet? Met welke dilemma’s worstelden mensen vroeger en hoe hebben sommigen vroeger geprobeerd om een verschil te maken? Wat zou ik vandaag kunnen doen? …

Niet moraliseren, maar inspireren en activeren!

Probeer tijdens dit soort reflecties wel niet te moraliseren, maar laat de leerlingen zelf op zoek gaan naar waardevolle lessen en inspireer hen vervolgens tot actie. Wat jou daarbij kan helpen zijn de vele positieve verhalen die de geschiedenis ons vertelt, want het gaat uiteraard niet enkel over leed en trauma. Zelfs in de meest duistere periodes zien we voorbeelden van liefde, solidariteit, vriendschap en verzet. Jongeren en volwassenen hebben deze verhalen nodig om uit de negatieve emoties te geraken en te leren dat ieder van ons, elk op zijn of haar eigen manier, een verschil kan maken. Het Kigali Genocide Memorial in Rwanda ontwikkelde daar trouwens een interessante aanpak voor die musea (en eigenlijk ook leerkrachten) kan helpen: het INZOVU-model.

‘Het enige wat nodig is voor de triomf van het kwaad, is dat goede mensen niets doen.’

(Edmund Burke)