09/12/1946 - 13/04/1949

Tijdens de Processen van Neurenberg worden verschillende kopstukken van nazi-Duitsland vervolgd en gestraft omwille van hun oorlogsmisdaden, maar niet voor genocide. Voor zoiets bestaat er op dat moment immers nog geen juridisch en wetgevend kader en dat maakt het voor de rechters bijzonder moeilijk om een straf uit te spreken. Raphael Lemkin, de bedenker van de term ‘genocide’, vindt dit schandalig en houdt een vurig pleidooi om de misdaden gepleegd tijdens de Holocaust alsnog te bestraffen. Het mag echter niet baten en vervolgens richt hij zijn blik op de Verenigde Naties. Het verstandige lobbywerk van Lemkin resulteert uiteindelijk in de opmaak en aanvaarding van het Genocideverdrag in 1948.