07/04/1994 - 14/04/1994

Bij het uitbreken van de genocide in april 1994, denken de Belgische blauwhelmen in Rwanda aanvankelijk dat het gaat om een wraakactie op tegenstanders van de vermoorde president. Het duurt even vooraleer ze zich realiseren dat echt elke Tutsi gevaar loopt (dus zowel mannen, vrouwen als kinderen). Ze kunnen echter niet veel doen om het geweld tegen te houden. Een week nadat tien van hun collega’s gedood werden, eist de Belgische regering dat bijna alle blauwhelmen meteen huiswaarts keren. Deze beslissing heeft verregaande gevolgen, want na hun vertrek verspreidt de gruwel van de genocide zich nu ook snel tot in de verste uithoeken van Rwanda. Plots staan families, buren, oude vrienden en collega’s elkaar naar het leven. Talloze Tutsi’s en heel wat gematigde Hutu’s worden massaal gefolterd en gelyncht. Woningen worden in brand gestoken. Velen slaan op de vlucht.